Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050: beleidsplan afgevoerd
Tot woensdag 19 jui konden burgers, organisaties en lokale besturen een reactie geven op het ontwerp beleidsplan “Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050”. De teneur van de reacties is voor de deputatie duidelijk genoeg om een kruis te laten trekken over dit beleidsplan. Tijdens haar vergadering van vanochtend, boog de deputatie zich over de vele reacties die de voorbije weken werden gegeven op het ruimtelijke beleidsplan. De conclusie was daarbij duidelijk: gezien het gebrek aan gedragenheid van dit plan, rest enkel om de intrekking voor te leggen aan de provincieraad op 6 september.
“Er werd de voorbije weken heel wat gedebatteerd over het beleidsplan. En dat is een goede zaak, want een ruimtelijke visie die de blik ver vooruit werpt in de toekomst, verdient wel wat debat. Daarbij werd helaas af en toe onzin verkocht, maar daarnaast werden voor alle duidelijkheid ook heel wat terechte bemerkingen geuit.”
eerste gedeputeerde Kurt Moens
De deputatie heeft van in het begin gesteld te zullen luisteren naar de signalen uit het veld, met name van de gemeentebesturen, en voegt vandaag de daad bij het woord.
“Naast een aantal materiële fouten in het plan, worden er vooral veel vragen gesteld bij het detailniveau, de haalbaarheid en de financiële consequenties. Daarenboven stellen we vooral vast dat gemeenten zich in hun autonomie geraakt voelen. En dat willen we voor alle duidelijkheid niet: we willen net in een partnerschap met onze gemeentebesturen kunnen werken. Zonder draagvlak bij de gemeentebesturen is er van dat partnerschap geen sprake. Om de vertrouwensband tussen provincie en gemeentebesturen te herstellen, is het dan ook noodzakelijk dit beleidsplan in te trekken.”
gedeputeerde An Vervliet, bevoegd voor Ruimtelijke Planning
Liever een goed en gedragen beleidsplan, dan een ‘snel’ beleidsplan, zo werd een tijd terug reeds geopperd. Ook dat wordt er harte genomen: er zal deze bestuursperiode dus geen nieuw beleidsplan komen.
“Ik denk dat iedereen wel onderschrijft dat er wel degelijk een visie nodig is over hoe wij in de toekomst willen omgaan met de ruimte in Oost-Vlaanderen. De verschillende reacties uit het openbaar onderzoek zullen alvast een goede basis vormen om aan de slag te gaan rond die visie. Dat is tenslotte ook de reden waarom we bewust het openbaar onderzoek hebben laten verder lopen. Maar uiteindelijk moeten we toch echt goed in gesprek gaan met de gemeentebesturen: niet opleggen maar overleggen. En vooral ook hun kennis van de situatie ter plaatse honoreren. Het is belangrijk om daar ruim voldoende tijd voor uit te trekken.”
eerste gedeputeerde Kurt Moens
Bron: persbericht Provincie Oost-Vlaanderen